Een PAssende JAs
Veel goedbedoelde optredens en presentaties slaan de plank af en toe behoorlijk mis. Ze doen te weinig recht aan de communicatiekracht van de spreker/spreekster en zijn daarmee niet interessant en prikkelend genoeg voor het publiek. Een gemiste kans die vooral wordt veroorzaakt door de jas die níet iedereen past: het format.
Waarschijnlijk een bekend beeld. Je bent op een bijeenkomst, congres of symposium en een hele stoet sprekers presenteert zich op nagenoeg dezelfde wijze. Iedere spreker krijgt een kwartier, een PowerPoint of Prezi op de achtergrond en aan het eind twee minuten vragen uit de zaal. De eerste twee sessies trek je nog maar daarna wordt de behoefte aan de koffiepauze steeds groter. Om half twee is je after lunch dip groot en heftig en om half vijf snak je naar bier en bitterballen. En dan moet de keynote nog komen….
Een vast format is prettig voor de organisator van een evenement. Het biedt duidelijkheid en structuur, is goed voor te bereiden en in hoge mate voorspelbaar. Maar zo’n format gaat voorbij aan het feit dat sprekers verschillende communicatiekwaliteiten en -vaardigheden hebben. Waar de een zweert bij een vast verhaal of monoloog, wil de ander veel meer spontaniteit en interactie met het publiek. Bijvoorbeeld via vraagsessies, stellingen of stemrondes. En waar de een zich graag wapent met goedgevulde sheets met indrukwekkende grafieken, presenteert de ander zich solo of met een luidruchtige multimediale presentatie. En waar de een dekking en houvast zoekt achter het katheder, is de ander het liefst zoveel mogelijk in beweging en onderweg. Soms ook buiten het podium of de zaal.
Een vast format, veelal in de vorm van een praatje met een plaatje, doet zoals gezegd te weinig recht aan de kwaliteit en de eigenheid van mensen op communicatiegebied. En juist dat zijn enorm belangrijke succesfactoren. Want een spreker die zijn eigen vorm kan kiezen, optimaliseert daarmee zijn kracht, zijn mogelijkheden en zijn zelfvertrouwen. En daarmee ook de kans op succes en plezier. Voor hemzelf, voor zijn publiek en voor de organisator.
Hoe kom je er nou achter wat jouw vorm is? Allereerst door jouw eigenheid en specifieke kwaliteiten te achterhalen en deze een plek te geven in jouw communicatie. Inhoudelijk en qua vorm. Dat is vooral een kwestie van voorbereiden, uitproberen en oefenen. Om te beginnen in eigen huis en na verloop van tijd met groeiend zelfvertrouwen en meer ervaring ook steeds vaker buiten de deur. Wanneer je dit doet, vergroot je niet alleen je repertoire maar kun je ook steeds beter inschatten of bepaalde formats wel of niet voor jouw werken. En wanneer je heel ervaren bent en de nodige naam en faam hebt, bepaal je voortaan zelf welke vorm je gebruikt als je wordt gevraagd. Niet vanuit arrogantie of ijdelheid maar juist vanuit de kracht en de meerwaarde die je met jouw eigen keuze mee brengt. Voor jezelf en voor het publiek.
Dat publiek en uiteindelijk ook de organisator, zullen je dankbaar zijn. Want er zijn niet alleen communicatievoorkeuren als het om zenden gaat. Ook aan de ontvangerskant zijn de voorkeuren uiterst divers. Mensen willen op verschillende wijzen geïnformeerd, geprikkeld, uitgedaagd, geënthousiasmeerd en serieus genomen worden. Een breed en veelkleurig communicatiepalet komt aan deze wens tegemoet. En dat is ook de winst voor de organisator. Het zorgt voor hem in eerste instantie misschien voor wat meer spanning en gedoe vooraf maar uiteindelijk ook voor meer effect. Zeker wanneer een organisator bereid is om sprekers te helpen en te ondersteunen met hun voorbereiding.
Wat voor mij trouwens wel absoluut vast moet staan in welk format dan ook is de afgesproken tijd. Een kwartier is een kwartier en geen twintig minuten. Maar ook dat valt heel goed voor te bereiden en te oefenen. Op zoek naar een passende jas? Probeer de Big Easy modellen eens.
Waarschijnlijk een bekend beeld. Je bent op een bijeenkomst, congres of symposium en een hele stoet sprekers presenteert zich op nagenoeg dezelfde wijze. Iedere spreker krijgt een kwartier, een PowerPoint of Prezi op de achtergrond en aan het eind twee minuten vragen uit de zaal. De eerste twee sessies trek je nog maar daarna wordt de behoefte aan de koffiepauze steeds groter. Om half twee is je after lunch dip groot en heftig en om half vijf snak je naar bier en bitterballen. En dan moet de keynote nog komen….
Een vast format is prettig voor de organisator van een evenement. Het biedt duidelijkheid en structuur, is goed voor te bereiden en in hoge mate voorspelbaar. Maar zo’n format gaat voorbij aan het feit dat sprekers verschillende communicatiekwaliteiten en -vaardigheden hebben. Waar de een zweert bij een vast verhaal of monoloog, wil de ander veel meer spontaniteit en interactie met het publiek. Bijvoorbeeld via vraagsessies, stellingen of stemrondes. En waar de een zich graag wapent met goedgevulde sheets met indrukwekkende grafieken, presenteert de ander zich solo of met een luidruchtige multimediale presentatie. En waar de een dekking en houvast zoekt achter het katheder, is de ander het liefst zoveel mogelijk in beweging en onderweg. Soms ook buiten het podium of de zaal.
Een vast format, veelal in de vorm van een praatje met een plaatje, doet zoals gezegd te weinig recht aan de kwaliteit en de eigenheid van mensen op communicatiegebied. En juist dat zijn enorm belangrijke succesfactoren. Want een spreker die zijn eigen vorm kan kiezen, optimaliseert daarmee zijn kracht, zijn mogelijkheden en zijn zelfvertrouwen. En daarmee ook de kans op succes en plezier. Voor hemzelf, voor zijn publiek en voor de organisator.
Hoe kom je er nou achter wat jouw vorm is? Allereerst door jouw eigenheid en specifieke kwaliteiten te achterhalen en deze een plek te geven in jouw communicatie. Inhoudelijk en qua vorm. Dat is vooral een kwestie van voorbereiden, uitproberen en oefenen. Om te beginnen in eigen huis en na verloop van tijd met groeiend zelfvertrouwen en meer ervaring ook steeds vaker buiten de deur. Wanneer je dit doet, vergroot je niet alleen je repertoire maar kun je ook steeds beter inschatten of bepaalde formats wel of niet voor jouw werken. En wanneer je heel ervaren bent en de nodige naam en faam hebt, bepaal je voortaan zelf welke vorm je gebruikt als je wordt gevraagd. Niet vanuit arrogantie of ijdelheid maar juist vanuit de kracht en de meerwaarde die je met jouw eigen keuze mee brengt. Voor jezelf en voor het publiek.
Dat publiek en uiteindelijk ook de organisator, zullen je dankbaar zijn. Want er zijn niet alleen communicatievoorkeuren als het om zenden gaat. Ook aan de ontvangerskant zijn de voorkeuren uiterst divers. Mensen willen op verschillende wijzen geïnformeerd, geprikkeld, uitgedaagd, geënthousiasmeerd en serieus genomen worden. Een breed en veelkleurig communicatiepalet komt aan deze wens tegemoet. En dat is ook de winst voor de organisator. Het zorgt voor hem in eerste instantie misschien voor wat meer spanning en gedoe vooraf maar uiteindelijk ook voor meer effect. Zeker wanneer een organisator bereid is om sprekers te helpen en te ondersteunen met hun voorbereiding.
Wat voor mij trouwens wel absoluut vast moet staan in welk format dan ook is de afgesproken tijd. Een kwartier is een kwartier en geen twintig minuten. Maar ook dat valt heel goed voor te bereiden en te oefenen. Op zoek naar een passende jas? Probeer de Big Easy modellen eens.