Big Easy Communicatie
  • Big Easy
  • PLAN
  • VERHAAL
  • TRAINING
  • ERVARINGEN
  • Blog
  • Contact

May 23rd, 2018

23/5/2018

0 Comments

 

Gebruik je inspiratiebronnen in je verhalen
 

Een hele mooie manier om een communicatietraining te starten, is om deelnemers zichzelf te laten voorstellen aan de hand van hun persoonlijke inspiratiebron. Dat levert altijd een veelzijdig, veelkleurig en verrassend pallet aan bronnen op. En die werken uitstekend in je communicatie. Je inspiratiebron is een hele vruchtbare en duurzame manier om goede en aansprekende verhalen te maken en te vertellen. Het brengt je zakelijke en persoonlijke verhaal op natuurlijke wijze bij elkaar.   
​
​Plaatselijk orkest
De inspiratiebronnen die ik regelmatig op LinkedIn voorbij zie komen, zijn vaak grote namen uit de politiek, het bedrijfsleven, de wetenschap of de cultuur. Veelal mannelijke en vrouwelijke rolmodellen met een stevige reputatie. De inspiratiebronnen die ik in de trainingen tegenkom, zijn meestal wat kleiner en soms wat dichter bij huis. Een bevlogen docent van de middelbare school, een indrukwekkende film, een onvergetelijke roman, een schilderij dat telkens nieuwe perspectieven biedt, een niet kapot te krijgen liedje maar ook de eigen rol als trompettist in het plaatselijke orkest.
 
Terug naar de Why
Elke inspiratiebron is anders, volslagen persoonlijk en toch kloppen ze allemaal. In elke training  wordt dat al heel snel duidelijk.  Wanneer mensen gaan vertellen over wat of wie hen inspireert, gebeurt er iets me ze. Hun ogen beginnen te glinsteren, er verschijnt een glimlach rond hun mond en ze laten het zakelijke schild zakken. De inspiratiebron brengt ze vaak op ontspannen wijze terug naar wie ze zijn en waar ze voor staan en gaan. Terug naar hun Why, om het maar eens eigentijds te zeggen. Het zijn bronnen die vaak al een groot deel van hun leven meegaan en een belangrijke leidraad vormen hoe ze in dat leven staan. Soms zelfs onbewust. En dat brengt een training dan weer mooi aan het licht.
 
Lang over vergaderd en nagedacht
Wanneer deelnemers in een training met hun verhalen aan de slag gaan (dat betekent zowel maken als oefenen) krijgen ze altijd te maken met het zakelijke en het persoonlijke verhaal. Het zakelijke verhaal komt vanuit hun professionele rol en positie: wat doen ze en hoe doen ze dat? Het waarom ze iets doen ontbreekt vaak nog in de eerste versie van dat verhaal. En wanneer het er wel is, wordt het veelal gevoed vanuit het corporate (brrrr..) verhaal van de organisatie. Een verhaal waarover door veel mensen vaak lang is vergaderd en nagedacht en waar geen speld meer is tussen te krijgen. Helaas. Want het maakt die verhalen ook vaak saai, onpersoonlijk en daarmee tevens ongeloofwaardig.  Dat moet en dat kan ook anders.
 
Geloofwaardig en aantrekkelijk
En daarbij komt de inspiratiebron om de hoek kijken. Het is vaak de motor waarom mensen doen wat ze doen. Waarom ze graag samenwerken, waarom ze er helemaal voor gaan, waarom ze de wereld willen verbeteren, waarom ze blijven volhouden en waarom ze geloven in hun zaak.  Wanneer mensen hun inspiratiebron hun zakelijke verhaal binnenhalen, gebeurt er iets met dat verhaal. Het gaat leven en het gaat kloppen. Het wordt echt en daarmee ook geloofwaardig en aantrekkelijk.
 
Aandacht en aansluiting  
Soms is er aanvankelijk wat schroom om een zakelijk verhaal persoonlijker te maken. Dat hoort toch niet of dat persoonlijke bewaar je toch voor thuis? Maar die schroom verdwijnt al snel wanneer mensen bij hun toehoorders merken dat het werkt. Dat ze aandacht krijgen en aansluiting vinden. Want inspiratiebronnen, hoe verschillend ook,  zorgen bijna altijd voor (h)erkenning. Hè, dat heb of dat ken ik ook! En ze laten zich bovendien goed vertalen in mooie en aansprekende verhalen: zowel in pure vorm als verpakt in mooie metaforen. 
0 Comments

February 20th, 2018

20/2/2018

0 Comments

 
CREËER AANSLUITING, BEGRIP EN EFFECT MET DE COMMUNICATIEDEUREN
Foto

Een van de mooiste modellen om mee te werken, is dat van de communicatiedeuren. Een zeer eenvoudig, herkenbaar en effectief model om je verhaal compleet te maken, geaccepteerd te krijgen en optimaal aan te laten sluiten bij je publiek. Toch wordt dit model lang niet altijd gebruikt. Een gemiste kans.
 



​Er zijn vier communicatiedeuren: feiten, emoties, doelen en acties. Het model wordt ook binnen de coaching gebruikt waarbij de feiten het denken staan, de emoties voor het voelen, de doelen voor het willen en de acties voor het doen. Het uitgangspunt van het model is dat ieder mens een favoriete deur heeft om een verhaal te ontvangen (en ook te vertellen). Sommige mensen willen meteen weten hoe het feitelijk zit: wat is er gebeurd en laat de cijfers ook maar zien. Anderen zijn meer gericht op actie: wat gaan we (eraan) doen? Weer anderen kiezen voor de emoties: welke gevoelens maakt dit allemaal los? En dan zijn er nog de doelgerichte mensen: waar gaan we naar toe en wat willen we bereiken? Wanneer je als verteller alle deuren activeert, maak je je verhaal logisch en rond, bedien je iedereen en sla je niemand over.   
 
Gesloten deuren brengen je weerstand en maken contact en interactie lastig    
Wanneer je sommige deuren niet activeert, is je verhaal niet af en sluit je onvoldoende aan bij de behoefte van bepaalde mensen. Het gevolg daarvan is dat je verhaal vragen en weerstand oproept. Je krijgt het niet of slecht ‘verkocht’. Bovendien wordt het contact en de interactie met je publiek lastig. Omdat je sommige deuren niet hebt geactiveerd, en dus niet hebt voorbereid, ben je slecht in staat om goed te reageren en te anticiperen. Vooral op dat gedeelte van je publiek dat nu juist door de deuren wilt die jij gesloten houdt. Er wordt in de praktijk lang niet altijd aan de hand van de vier deuren gecommuniceerd. Vaak kiezen mensen de technocratische weg: van feiten naar acties. Bijvoorbeeld wanneer het slecht gaat met een bedrijf en de directie met de volgende mededeling komt. ‘We leiden als bedrijf verlies dus we gaan 25 mensen ontslaan.’ Door zo te communiceren maak je geen ruimte voor de emoties die deze mededeling oproept. Bij de 25 mensen die het betreft. Maar bijvoorbeeld ook bij de rest van het personeel, het thuisfront en de media. Maar ook bij jezelf als directielid. En je vertelt bovendien niet waarom je deze maatregel neemt. Waarschijnlijk om het bedrijf weer gezond te maken en te houden.
 
Switch regelmatig van deur en verbind zo verleden, heden en toekomst   
Wie technocratisch communiceert, moet rekening  houden met weerstand, irritaties, onbegrip en hakken in het zand. En wie alleen gaat voor de emoties en de doelen trouwens ook. En exclusief kiezen voor feiten en emoties werkt trouwens ook al niet: je kijkt dan vooral naar het verleden. Wanneer je kiest voor de doelen en de acties, kijk je vooruit en loop je het risico dat de achterblijvers afhaken. Het is daarom belangrijk om alle deuren te gebruiken. Want wie alle deuren activeert, kan het gesprek en de discussie voluit aangaan en is in staat om het verleden, het heden en de toekomst bij elkaar te brengen. Zo creëer je aansluiting en daarmee de kans op herkenning, begrip, acceptatie en uiteindelijk ook effect. Er is overigens geen vaste deurvolgorde om je verhaal te vertellen en het is ook geen kwestie van 25 procent van je verhaal voor elke deur. Bepaal de verhouding vooral zelf aan de hand van je doel en je publiek of gesprekspartner. En voel je vrij om regelmatig van deur te switchen.
 
Oefen fysiek en geef het verhaal samen vorm en balans   
De communicatiedeuren werken heel goed in een presentatie, tijdens een overleg of discussie, in een 1 op 1 gesprek of bij een interview. Voorbereiden kan prima op papier: gewoon alle deuren op hoofdlijnen invullen. Dan kom je erachter of je verhaal stevig en volledig genoeg is en voldoende mogelijkheden biedt tot aansluiting. Ik gebruik het model vaak wanneer ik gesprekken voer of verhalen schrijf. Steeds vaker ook onbewust. Maar het mooiste is om het model tijdens een training te oefenen met een groep. Dat betekent vier deuren in de ruimte plaatsen en de deelnemers een voor een lopend hun verhaal laten opbouwen en invullen. Het fysieke element zorgt onder meer voor scherpte bij de vertellers en voor houvast bij de toehoorders. Door elkaar te bevragen en aan te vullen, krijgt het verhaal vorm en komt het in balans. Bovendien draagt het fysieke karakter bij aan de nuances in toon en gebaar. Wie in de actiemodus staat, praat en beweegt anders dan wanneer hij of zij het over de feiten heeft. Erg boeiend en leerzaam om te oefenen.  
 
Meer weten of zelf aan de slag?  Klop dan op de deur van Big Easy Communicatie

0 Comments

November 01st, 2017

1/11/2017

0 Comments

 

Een PAssende JAs 

Veel goedbedoelde optredens en presentaties slaan de plank af en toe behoorlijk mis. Ze doen te weinig recht aan de communicatiekracht van de spreker/spreekster en zijn daarmee niet interessant en prikkelend genoeg voor het publiek. Een gemiste kans die vooral wordt veroorzaakt door de jas die níet iedereen past: het format.
 
Waarschijnlijk een bekend beeld. Je bent op een bijeenkomst, congres of symposium en een hele stoet sprekers presenteert zich op nagenoeg dezelfde wijze. Iedere spreker krijgt een kwartier, een PowerPoint of Prezi op de achtergrond en aan het eind twee minuten vragen uit de zaal. De eerste twee sessies trek je nog maar daarna wordt de behoefte aan de koffiepauze steeds groter. Om half twee is je after lunch dip groot en heftig en om half vijf snak je naar bier en bitterballen. En dan moet de keynote nog komen….
 
Een vast format is prettig voor de organisator van een evenement. Het biedt duidelijkheid en structuur, is goed voor te bereiden en in hoge mate voorspelbaar. Maar zo’n format gaat voorbij aan het feit dat sprekers verschillende communicatiekwaliteiten en -vaardigheden hebben. Waar de een zweert bij een vast verhaal of monoloog, wil de ander veel meer spontaniteit en interactie met het publiek. Bijvoorbeeld via vraagsessies, stellingen of stemrondes. En waar de een zich graag wapent met goedgevulde sheets met indrukwekkende grafieken, presenteert de ander zich solo of met een luidruchtige multimediale presentatie. En waar de een dekking en houvast zoekt achter het katheder, is de ander het liefst zoveel mogelijk in beweging en onderweg. Soms ook buiten het podium of de zaal.
 
Een vast format, veelal in de vorm van een praatje met een plaatje, doet zoals gezegd te weinig recht aan de kwaliteit en de eigenheid van mensen op communicatiegebied. En juist dat zijn enorm belangrijke succesfactoren. Want een spreker die zijn eigen vorm kan kiezen, optimaliseert daarmee zijn kracht, zijn mogelijkheden en zijn zelfvertrouwen. En daarmee ook de kans op succes en plezier. Voor hemzelf, voor zijn publiek en voor de organisator.   
 
Hoe kom je er nou achter wat jouw vorm is? Allereerst door jouw eigenheid en specifieke kwaliteiten te achterhalen en deze een plek te geven in jouw communicatie. Inhoudelijk en qua vorm. Dat is vooral een kwestie van voorbereiden, uitproberen en oefenen. Om te beginnen in eigen huis en na verloop van tijd met groeiend zelfvertrouwen en meer ervaring ook steeds vaker buiten de deur. Wanneer je dit doet, vergroot je niet alleen je repertoire maar kun je ook steeds beter inschatten of bepaalde formats wel of niet voor jouw werken. En wanneer je heel ervaren bent en de nodige naam en faam hebt, bepaal je voortaan zelf welke vorm je gebruikt als je wordt gevraagd. Niet vanuit arrogantie of ijdelheid maar juist vanuit de kracht en de meerwaarde die je met jouw eigen keuze mee brengt. Voor jezelf en voor het publiek.   
 
Dat publiek en uiteindelijk ook de organisator, zullen je dankbaar zijn. Want er zijn niet alleen communicatievoorkeuren als het om zenden gaat. Ook aan de ontvangerskant zijn de voorkeuren uiterst divers. Mensen willen op verschillende wijzen geïnformeerd, geprikkeld, uitgedaagd,  geënthousiasmeerd en serieus genomen worden. Een breed en veelkleurig communicatiepalet komt aan deze wens tegemoet. En dat is ook de winst voor de organisator. Het zorgt voor hem in eerste instantie misschien voor wat meer spanning en gedoe vooraf maar uiteindelijk ook voor meer effect. Zeker wanneer een organisator bereid is om sprekers te helpen en te ondersteunen met hun voorbereiding.  
 
Wat voor mij trouwens wel absoluut vast moet staan in welk format dan ook is de afgesproken tijd. Een kwartier is een kwartier en geen twintig minuten. Maar ook dat valt heel goed voor te bereiden en te oefenen. Op zoek naar een passende jas? Probeer de Big Easy modellen eens.

0 Comments

October 03rd, 2017

3/10/2017

0 Comments

 

SCHAAMTEVRIJ OEFENEN

Een gezonde portie schaamte behoedt ons voor al te rare sprongen. Maar schaamte kan je ook in de weg zitten. Bijvoorbeeld om iets nieuws te leren of uit te proberen. Daarmee doe je jezelf te kort. Ook op communicatiegebied.
 
Soms komt het onderwerp op tafel wanneer ik met (potentiele) klanten en opdrachtgevers praat over mijn trainingsaanbod. Het woord schaamte wordt weliswaar niet uitgesproken maar je hoort  het als het ware tussen de regels door. Mijn gesprekspartner, veelal een communicatieman of –vrouw reageert enthousiast op mijn trainingen en ziet direct mogelijkheden voor verschillende (groepen) collega’s.  Sommige collega’s, niet zelden degene die hoog in de organisatie zitten, blijven echter buiten beeld. ‘Ja ook zij kunnen een training best gebruiken maar ik denk echt niet dat ze dat gaan doen.’
 
Soms is dat een kwestie van genoeg ervaring. Ze zijn ooit al getraind en vinden zichzelf goed of in ieder geval goed genoeg om nog meer te oefenen. Maar af en toe proef ik ook schaamte achter de weigering. Mensen vinden dat ze in hun positie en met hun status eigenlijk al goed moeten zijn. En ze geven toch al presentaties, staan journalisten te woord, zitten vergaderingen voor en voeren toch gesprekken? Ook de moeilijke. En ja, dat doen ze vaak ook allemaal al. Maar hoe effectief zijn ze daarin en doen ze dat ook op een ontspannen en bij hen passende wijze? Of zijn het toch te vaak moetjes die vooraf voor veel onrust en zenuwen zorgen en achteraf weinig resultaat, energie en plezier opleveren?
    
Soms openbaart de schaamte zich ook bij mensen die wel de stap hebben gezet om te gaan oefenen. Aan het begin van een training zijn ze vaak nogal timide en ogen wat angstig. Ze maken zich klein voor de collega deelnemers en de trainer en dekken zich alvast in voor eventuele fouten en misstappen. ‘Verwacht niet veel van mij hoor want ik heb hier erg weinig talent voor en ben lang niet zo goed als mijn collega’s.’ Hoe mooi is het dan wanneer ook deze mensen na een training het pand letterlijk en figuurlijk meer rechtop verlaten. En dat is geen sprookje naar de dagelijkse realiteit. Ze zijn de schaamte voorbij en wat voelt dat goed. Maar hoe kom je daar?
 
Allereerst door te beseffen dat je niet oefent omdat je ergens zo slecht in bent, dat heeft ook weinig zin, maar dat je vooral oefent omdat je ergens beter in wilt worden en het met meer plezier wilt doen. Bedenk daarnaast tevens dat al die ‘bigshots’ en communicatieve natuurtalenten die je zo bewondert, ook hebben geoefend en dat hoogstwaarschijnlijk nu nog steeds doen. Zodat ze hun verhalen op ontspannen wijze met nog meer effect kunnen vertellen. En wanner je gaat oefenen, zorg dan vooral voor een schaamtevrije omgeving. Kies een training waarbinnen de piketpaaltjes vertrouwen, veiligheid en respect, de boel flink wordt opgeschud. Een prima setting om je schaamte los te laten en er helemaal voor te gaan.  
 
De schaamte voorbij. Een mooi streven toch? Zeker wanneer je kijkt naar de potentiele communicatiekracht die mensen hebben en de mogelijkheden die dat biedt. En voorbeelden zat. Elke dag opnieuw.  Kijk maar om je heen bij vergaderingen, congressen, overleggen, presentaties en gesprekken. Dat kan in veel gevallen toch met veel meer effect en plezier?          

0 Comments

September 01st, 2016

1/9/2016

0 Comments

 

ZEKERHEID

​Toen ik ruim anderhalf jaar geleden voor mezelf begon, gaf ik nogal wat zekerheden op. Toch ervaar ik nu meer zekerheid dan ooit. Het zijn deels andere zekerheden dan voorheen maar ze zijn zeker zo waardevol.  
 
Mijn stap van een vaste baan naar een bestaan als zzp-er riep bij familie, vrienden en collega’s gemengde reacties op. Sommigen verklaarden me voor gek. ‘Waarom geef je dit op en ga je weg? Je kunt hier makkelijk je pensioen halen.’ Anderen waren juist lovend en vol bewondering. ‘Fantastisch dat je dit durft en doet, zeker op jouw leeftijd..(…). Diep in mijn hart zou ik het ook wel willen.’
 
Ik hoorde al het commentaar geïnteresseerd aan en gaf graag tekst en uitleg over mijn vermeende sprong in het duister/diepe. En ja, een aantal zekerheden gingen eraan. Een vast inkomen, de jaarlijkse kerstborrel, de nodige mooie opdrachten, vakantiegeld en de zekerheid van meegaan in een bekende en vertrouwde sfeer en tempo. En niet te vergeten de zekerheid van aardige en kundige collega’s om je heen.
 
Tegelijkertijd verdwenen er ook wat zekerheden die ik minder koesterde zoals eindeloze mailstromen, de nodige vergaderingen en andere rituele dansen. Veelal verplichte kost maar lang niet altijd even zinnig en vaak tijdrovend. De soms trage en onduidelijke werk- en besluitvormingsprocessen die gevoelens van onmacht of frustratie opriepen. Het knellende keurslijf van de functieomschrijvingen. Vaak breed en bloemrijk ingevuld maar lang niet altijd realistisch qua taken, uren, inspanningen en resultaten.  
 
Nu ervaar ik andere zekerheden. De waarde van een goed netwerk en inmiddels weten wat je wilt en waar je kwaliteiten liggen. De zekerheid van uitdagende opdrachten, nieuwe wegen, verrassende ontmoetingen en onverwachte wendingen. De zekerheid van goed en effectief contact met klanten en opdrachtgevers, inclusief tempo en duidelijke en directe feedback. De zekerheid van nog beter weten waarom je iets doet, welk effect dat heeft en welke inspanningen daarvoor nodig zijn. Dat maakt dat ik mezelf daadwerkelijk van toegevoegde waarde vind. Ik heb, zoals een van mijn oud directeuren zou zeggen, meer effectieve speeltijd.
 
En eerlijk is eerlijk deze zekerheden worden stevig ondersteund door een prettig gevulde agenda met mooi en gevarieerd werk. Ik koester mijn zekerheden want ze maken mij enthousiast en geven me energie, goede zin en rust. Maar mijn belangrijkste zekerheid is de tevredenheid over mijn besluit van ruim anderhalf jaar geleden. Geen twijfel mogelijk.     

Johan Vlasblom
0 Comments

May 24th, 2016

24/5/2016

1 Comment

 

LEVE HET OEFENEN

​Een cake bakken, badmintonnen, mandoline spelen of schilderen. Het gaat beter en wordt leuker wanneer je regelmatig oefent. Op je eigen niveau en in je eigen tempo, het liefst samen met anderen en misbaksels, gebroken snaren, valse noten en vlekken op het doek zijn toegestaan. In communicatieland wordt nog te weinig geoefend. Dat is jammer want je leert, je ervaart en je groeit als je oefent.
 
Toen ik 13 was, wilde ik gitaar leren spelen. Ik kreeg van mijn ouders een exemplaar, mocht op gitaarles en had wekelijks veel lol met en om mijn leraar. Van oefenen kwam echter weinig. Ik speelde wel braaf de akkoorden als huiswerk maar het heilige vuur ging maar niet branden. Dat kwam vooral omdat de moed mij in de schoenen zonk wanneer ik mijn favoriete gitaarplaten draaide. Dat ging mij nooit lukken. Ja, op luchtgitaar. Mijn liefde voor muziek groeide gestaag maar ik haakte al snel af om er zelf een beetje serieus werk van te maken. Zonde, maar dat besefte ik toen nog niet.
 
Oefenen. Een groot deel van ons leven bestaat er uit. Nieuwe dingen ontdekken en uitproberen, vallen, weer opstaan, opnieuw beginnen, een andere afslag nemen, de plank misslaan, plotseling succes hebben en stappen maken, euforisch en nijdig worden, trots op jezelf zijn en soms een beetje jaloers op die ander. Wanneer je oefent, leer je jezelf en de mensen om je heen steeds beter kennen. Je komt mooie en minder fraaie kanten tegen, stuit af en toe op drempels en lastig te nemen hindernissen maar tegelijkertijd ook op onvermoede talenten, krachten en nieuwe inzichten. Oefenen betekent leren, ervaren en groeien. Wie wil dat niet? 
 
Even heel kort door de bocht. Succesvolle en effectieve communicatie is de optelsom van een plan, een verhaal en oefenen. Een plan zorgt voor richting en houvast, een verhaal voor inhoud en glans en door te oefenen breng je beide samen en maak je jouw verhaal  eigen en vertrouwd. De praktijk is vaak anders waarbij vooral het plan en het oefenen er bekaaid van afkomen. Want we zien op tegen het plan omdat we daarvoor keuzes moeten maken. En daarbij zijn vooral de ‘nee/niet’  keuzes lastig.  
 
En dat oefenen? Ach, iedereen kan toch een verhaal vertellen, een presentatie houden of een interview geven? Dus steken we alle energie in ons verhaal, veelal enthousiast en blijmoedig maar vaak ook zonder doel voor ogen en zonder de noodzakelijke testfase. Werkt je verhaal,  klopt het, komt het over, is het aantrekkelijk, begrijpelijk en voldoende van jezelf, ga je er iets mee bereiken en wil iemand het überhaupt horen? We vragen ons dit te veel te weinig af. Een gemiste kans.                    
 
Want oefening baart kunst en plezier. Ieder mens heeft communicatiekracht en die zit vol met persoonlijkheid, kwaliteit en eigenaardigheden. Daarmee oefenen is niets minder dan een cadeau aan jezelf.  Oefen dan wel in een veilige omgeving en een vertrouwde sfeer. Speels, positief, met humor en zowel binnen als buiten de lijntjes. Maar vooral op eigen wijze én samen. In de trainingen die ik geef, krijgen mensen veel oefenruimte en kijken ze intensief naar zichzelf en naar elkaar. En dan ontdek je vaak hele fraaie dingen. Wanneer je die ervaringen met elkaar ontleedt, deelt en vervolgens ook meeneemt,  ben je echt in staat om stappen te maken.   
 
En nee, zo goed kunnen zingen als Beyoncé, koken als Jonnie Boer, lopen als Dafne Schippers of speechen als Obama zit er voor de meeste van ons niet in. Maar dat betekent niet dat we het dan meteen maar helemaal moeten opgeven. Met mijn carrière als gitarist is het namelijk ook nog goed gekomen. Tweewekelijkse sessies met een vriend zorgen voor steeds meer lol en kwaliteit en vorig jaar had ik zelfs mijn 15 minutes of fame. Dat was tijdens een geslaagd optreden met mijn zoon op een Bob Dylan tribute avond. En reken maar dat we daar hard voor hebben geoefend.   
1 Comment

February 23rd, 2016

23/2/2016

0 Comments

 

MAG IK JOE QUOTEN? 

Fit In or Fuck Off. Een collega trainer kwam recent met deze quote op de proppen toen we de  hakken-in-het-zand mentaliteit bespraken van sommige deelnemers aan trainingen. Ik vond het een erg treffend en beeldend oordeel. Een mooie quote blijft niet alleen dagen rondzingen in mijn hoofd maar komt, of beter gezegd moet er op gezette tijden ook even uit. ‘Mag ik joe quoten?’, vroeg Wim T Schippers regelmatig in zijn radioprogramma Ronflonflon. Ja dat mag, graag zelfs.    
 
Een uitspraak, quote of tekstfragment uit een liedje, een film, een boek, een tijdschrift of een televisieprogramma. Ik krijg er maar geen genoeg van. Ik vermoed dat deze liefde begon in de tijd dat Swiebertje juffrouw Saartje vroeg om een lekker ‘koekjen met nootjens’. (Spreek de n hier goed en nadrukkelijk uit voor het juiste effect.) Hierna volgden Lange Pier uit Floris, een hele trits  aan Wim T. Schippers karakters, series als Fawlty Towers en Only Fools & Horses, de platen van Neerlands Hoop, de boeken van Charles Bukowski, de stem van Jan Wolkers (met als geweldige bonus zijn ‘hè?’ aan het einde van bijna elke zin) en de films van de Coen Brothers met The Big Lebowski als voorlopig hoogtepunt. Een eindeloze rij aan inspiratiebronnen die zich gelukkig nog steeds regelmatig ververst.     
 Ik stond en sta gelukkig niet alleen in deze fascinatie hoewel ik eerlijk moet bekennen dat ik af en toe in mezelf praat aan de hand van favoriete zinnetjes. Soms zelfs hardop en met bijbehorend accent. Gelukkig ontmoette ik op de middelbare school een aantal medestanders met dezelfde tik. We dreven docenten en klasgenoten regelmatig tot wanhoop met onze eindeloze herhalingen van favoriete uitspraken. ‘I say this to you as a friend: you’re a sick individual.’ Ook in mijn werkend leven trof ik altijd wel een gelijkgestemde collega met wie ik ‘op niveau’ kon communiceren. Niet alleen leuk om te doen maar deze geheimspraak/flauwekul schept ook een band: wij begrijpen en verstaan elkaar. Met sommige vrienden wissel ik inmiddels al een kleine veertig jaar dezelfde oneliners uit. Heerlijk.    
 
Mijn voorliefde voor fraaie en opmerkelijke woorden en zinnen kan ik gelukkig ook kwijt in mijn werk.  Wanneer ik teksten, verhalen en interviews maak, is de uitdaging altijd om de eigenheid van de persoon en het onderwerp in kwestie zo goed en fantasievol mogelijk te verwoorden. Ik besteed dan altijd graag wat extra aandacht aan het korte baanwerk zoals koppen, streamers en quotes. De voorliefde voor kleurrijke taal en kort door de bocht gaan is ook een belangrijk onderdeel in mijn trainingen. Daar is de uitdaging om je verhaal zoveel mogelijk te doen met je eigen woorden en in je eigen toon en stijl. En om dat verhaal op 1 A-4, in 100 woorden en in 1 zin op te schijven en het te vertellen in 1 minuut, in 30 seconden en in 15 seconden. Dit betekent niet dat ik alle communicatie wil terugbrengen tot quotes en oneliners. Wanneer je de ruimte krijgt voor je verhaal, pak deze dan ook.  Het zijn vooral prachtige oefeningen om alle extra’s en overbodigheden uit je verhaal weg te halen en tot de essentie te komen. En die essentie komt altijd naar boven. Vaak na flink en intensief oefenen maar dat geeft niets. Want ook voor een goede quote en verhaal geldt: Fit In or Fuck Off.  
 
Johan Vlasblom
0 Comments

January 14th, 2016

14/1/2016

3 Comments

 

DE KRACHT EN KUNST VAN HET VIEREN

Er moet in 2016 op het werk veel meer worden gevierd. Lang leve al die zaken die wél goed gaan. Laten we daar eens vaker bij stil staan. Het levert positieve energie op en maakt je tot een (nog) leukere en betere collega. En maak je vooral geen zorgen over ‘die andere kant’ want alle kritiek, aandacht-, verbeter- en ontwikkelpunten komen echt nog wel aan bod. Maar ondertussen moet veel vaker de vlag uit.

Het is inmiddels  al aardig wat jaren geleden dat Roy Meijer en ik collega persvoorlichters waren aan de Universiteit Utrecht. Wie er ooit mee begonnen is, weet ik niet meer maar opeens was ons ‘viermoment’ daar. Na een geslaagde actie (succesvol pluggen bij de media, de oplevering van een nieuwswaardig persbericht na een zware bevalling, een vraag van een topwetenschapper om communicatieve raad en daad) stelden we elkaar slechts één hele korte vraag: ‘vieren?’. Het antwoord daarop was in 99 procent van de gevallen ‘ja’ en de actie die erop volgde ook heel lang dezelfde: we togen naar buiten voor een sigaret en een korte evaluatie. Dat was in de tijd dat roken nog heel normaal was en lang niet zo ongezond als nu…  En na 5 minuten van wederzijdse complimentjes, borstklopperij en tevreden gezoem over elkaar en onszelf gingen we weer aan het werk.  Op zoek naar het volgende succes- en viermoment.

Misschien een wat merkwaardig ritueel voor een buitenstaander maar wij voeren er wel bij. Het bewust ervaren en delen van successen en geslaagde acties werkte erg aanstekelijk en zorgde bij ons voor veel positivisme, goede zin en nieuwe ideeën maar ook voor een gezonde dosis relativeringsvermogen als zaken niet lukten. Feedback, werkoverleg en vlagvertoon, samengebald in ons persoonlijke buddy project van 5 minuten. Het was onze manier om elkaar scherp en op de hoogte te houden en verder te brengen. Leerzame en mooie tijden. En wanneer ik Roy nu live of online spreek, komt die ene vraag nog altijd aan de orde. Roken doen we al lang niet meer maar redenen om te vieren, vinden we altijd.

Het vieren is sowieso altijd gebleven in mijn werkend leven. Als zzp-er vier ik regelmatig alleen en in stilte (pfff wat een heftige en droevige zin als ik dit teruglees en zo is deze niet bedoeld) maar ook als ik samenwerk, zoek en vind ik de viermomenten. Bijvoorbeeld bij een geslaagd interview, een mooi artikel, een pasklaar advies en vooral tijdens energievolle trainingen. Want de kunst en de kracht van het vieren heeft voor mij vooral te maken met het herkennen, erkennen en benoemen van de kwaliteiten van anderen en die van jezelf; bescheidenheid is lang niet altijd een goede eigenschap.  Vieren is daarmee ook een ode aan het geven en het krijgen van vertrouwen.   

Alle reden dus om vaker de vlag uit te hangen en jezelf en je collega’s regelmatig te trakteren op een virtuele veer. Maar hou het wel zo lang mogelijk klein, persoonlijk en echt. Want voor je het weet zitten er viervragen in de sollicitatieprocedure, hebben we een vierparagraaf in alle 360 graden feedback en is er elke derde dinsdag van de maand van half  3 tot half 4 een viersessie met de hele afdeling in zaal 215. Opkomst verplicht. Laten we elkaar dat vooral niet aandoen. Lang leve 2016.    

​Johan Vlasblom
3 Comments

    Archieven

    Mei 2018
    Februari 2018
    November 2017
    Oktober 2017
    September 2016
    Mei 2016
    Februari 2016
    Januari 2016

Maak een gratis website met Weebly
  • Big Easy
  • PLAN
  • VERHAAL
  • TRAINING
  • ERVARINGEN
  • Blog
  • Contact